(1/5) Is CIM an endless love triangle?

FacebookTwitterLinkedIn

Het CIM is er voor alle spelers in de reclamesector: voor de adverteerders, voor de bureaus en voor de media. Alle drie moeten ze zich kunnen vinden in wat het CIM aanbiedt. Wat betekent het CIM voor deze drie partijen? In welke richting moet het CIM volgens hen evolueren?

Aan het woord zijn Luc Suykens van de UBA als vertegenwoordiger van de adverteerders, François Chaudoir van de UMA als vertegenwoordiger van de (media)bureaus en Christian Van Thillo (DPG Media) en Jean-Paul Philippot (RTBF) als vertegenwoordigers van de media.

Helen Willems

Helen Willems

Ook Helen Willems, voorzitter van het CIM, zit mee aan tafel: “Het is deze fameuze tripartite die er financieel voor zorgt dat wij objectieve studies en metingen kunnen doen. Aangezien het medialandschap complexer en digitaler wordt en we intussen ook internationale spelers op onze markt hebben, moeten we ons afvragen hoe onze meetinstrumenten gaan evolueren. We proberen de snelheid van de consument in zijn gewijzigd mediagedrag te volgen, maar dit is een moeilijke opdracht aangezien zowel adverteerders, bureaus als media het eens moeten zijn met nieuwe meetmethodes. We hebben in het verleden al gesprekken gevoerd met Facebook en Google, maar zij zijn niet geïnteresseerd in onafhankelijke meting. Zij willen hun bereikgegevens enkel delen met hun adverteerders.”

Luc Suykens

Luc Suykens

Luc Suykens (UBA): “Iedereen betrouwt wat het CIM is en wat ze doen. Betrouwbare cijfers zijn noodzakelijk voor een goed mediaplan. Het probleem van het CIM vandaag is dat het CIM minder snel evolueert dan de consument. Dat in combinatie met minder kennis over dit nieuwe mediagedrag bij adverteerders, zorgt ervoor dat we achterlopen. Het CIM moet ook de eenvoud bewaren. Het moet voor iedereen begrijpbaar blijven, zodat een marketeer zijn plannen kan blijven maken.”

François Chaudoir

François Chaudoir

François Chaudoir (UMA): “We zijn de adverteerders waarvoor we werken onweerlegbare inzichten verschuldigd. We moeten weten wat de consument graag leest en welke programma’s hij graag bekijkt. Het CIM kan zorgen voor die kwaliteitsvolle data. De afgelopen jaren is onze wereld helemaal veranderd, daarom dringt een evolutie van het CIM zich op. Digitale media meten is complexer dan traditionele media, maar er samen met onze triparte over nadenken is van essentieel belang. Moeten we ook geen quadripartite vormen met de telecom als vierde speler? Zij kunnen een antwoord zijn op de dingen die we met onze huidige tools niet kunnen meten.”

Christian Van Thillo

Christian Van Thillo

Christian Van Thillo (DPG Media): “Het CIM is het bewijs of je media vooruit of achteruit gaan. Het is de maatstaf die door alle partijen aanvaard wordt. Bij het ontwikkelen van nieuwe meetmethodes moet je je altijd afvragen wat de tripartite dient. Het CIM moet evolueren aan dezelfde snelheid als de consument, en dat is tegenwoordig zeer snel. We moeten opnieuw gaan samenzitten met de sector om gewoon te meten wat belangrijk is: namelijk datgene wat een adverteerder wil bereiken. De komende jaren zal de wereld enkel nog digitaler worden, dus moet het CIM snel zijn weg vinden in een relevante meetmethode.”

Jean-Paul Philippot

Jean-Paul Philippot

Jean-Paul Philippot (RTBF): “Het CIM is een zelfregulerend model voor de sector. Voor ons is het ook een instrument om commerciële en redactionele keuzes te maken. Ik ben het echter niet eens met de huidige digitale manier van meten, omdat het meetinstrument gemaakt werd door de fabrikant zelf. Het CIM kan geen pure players meten, denk maar aan Google, Facebook, Netflix of Spotify. We kennen hun consumptiegedrag niet. Het is opvallend dat we andere media meten bij de gebruikers en niet bij de uitgevers, maar bij digitale media doen we het net andersom. Het meetinstrument mag niet afhangen van de bereidheid van de uitgevers om cijfers te delen.”

Bekijk het volledige debat op de website van CIM.

Deze programma’s zijn gerealiseerd in samenwerking met MM.