IP brengt nieuwe Video Observer-studie: videoplatformen gaan los

FacebookTwitterLinkedIn

In de afgelopen twee jaar is er veel te doen geweest over de evolutie van de televisie in een sterk wijzigend videolandschap. Het kijkgedrag is duidelijk veranderd, niet alleen als gevolg van de opkomst van nieuwe platforms, maar vooral van nieuwe leefgewoonten, in een nieuw tijdperk dat aanbrak in 2020.

In heel Europa hebben trends in tv- en videogebruik een vergelijkbaar traject gevolgd. De tijd die we achter onze schermen doorbrengen is aanzienlijk toegenomen, voornamelijk als gevolg van de opkomst van betaalde video-on-demand diensten (SVODSubscription Video On Demand).

Het kijken naar tv-zenders is weliswaar licht gedaald, maar blijft nog steeds veruit de grootste bron van videogebruik. Televisie bereikt een zeer groot deel van de bevolking en die heeft in de afgelopen jaren meer geïnvesteerd in het comfortabel inrichten van de woning, de familiecocon, en de aanschaf van nieuwe televisieschermen.

IP publiceert de nieuwe Video Observer-studie en beschrijft het kijkgedrag op alle schermen, door middel van negen ‘videotypes’. Ze berekent het werkelijke aandeel van elk medium (share of video types) in de totale kijktijd van de Belgen. In 2018 verscheen een eerste editie van de Video Observer. IP herhaalde de oefening aan het einde van 2021 om de impact na te gaan van de gedragsveranderingen die in andere landen werden opgetekend.

Enkele vaststellingen:

  • De Belgen kijken gemiddeld 5 uur en 13 minuten per dag
  • Na televisie vertegenwoordigt SVOD (Netflix en dergelijke) de belangrijkste categorie, goed voor 14% van onze kijktijd. Daarna volgen video’s op sociale media (7%) of op het internet (9%)
  • Het aandeel van de televisie ging van 71% naar 63% en dat van video’s op het internet en op sociale media bleef stabiel, terwijl dat van SVOD verdubbelde
  • De totale kijktijd is in de afgelopen drie jaar met 27 minuten toegenomen

De volledige analyse kan u lezen op de website van IP.