Binnen enkele jaren zal België aansluiten bij een situatie die al een feit is in heel wat andere Europese landen. Televisie zal niet meer het populairste medium bij adverteerders zijn, want de buis wordt vervangen door de vele schermen (en kanalen) van digital.
Volgend jaar zouden tv en online elk 31% van het totaal voor hun rekening nemen en dan (licht) uit elkaar groeien. Aan het einde van de door GroupM voorspelde periode – in 2024 – zou internet, ondertussen dus nummer een bij de adverteerders, 33% van het totaal vertegenwoordigen, tegenover 30% voor televisiereclame. Aldus de voorspelling van het volumineuze ‘This year, next year’, de bijbel van de mediabestedingen uitgegeven door GroupM.
Dezelfde bron leert ons dat digital al hoger ligt in alle ons omringende landen: Frankrijk, Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, aangevuld door een hele reeks andere in Europa. In België zouden de netto globale mediabestedingen volgens de analyse van het WPP-filiaal de komende jaren stagneren, met een gemiddelde jaarlijkse stijging van 0,4%, goed voor een bedrag van iets meer dan 2 miljard. De media kunnen met andere woorden enkel hopen op verschuivingen van het marktaandeel. De offline media zouden tijdens de periode 2020 tot 2024 gekenmerkt worden door een aanhoudende erosie. Non-digital dat in 2012 goed was voor meer dan 80% van het totaal, zou in 2020 nog minder dan 70% vertegenwoordigen en nog 67% in 2024. De sterkste verliezen zouden de pers, en dan vooral de magazines, treffen. Uiteraard gaat het om schattingen gebaseerd op methodes en veronderstellingen die achteraf niet gevalideerd kunnen worden: er bestaat geen netto kwantitatieve pige in België, en al helemaal niet voor digital. Maar de hierboven beschreven evoluties zijn niet uit de lucht gegrepen.
Redactie: MM.