“We dansen een tango, maar we hebben elkaar nodig”: Belgian Communication Summit 2019

FacebookTwitterLinkedIn

De internetgiganten aan banden leggen, het was een veelgehoorde mening tijdens de Belgian Communication Summit van 26 november. Voorzitter Kris Poté (Capgemini) en ondervoorzitter Eveline De Ridder (Whyte) van organisator C² openden de avond, gemodereerd door Suyin Aerts. De grote vraag: wat mogen we verwachten van ons medialandschap in de komende jaren, met name wat betreft de rol van Big Tech en het statuut van journalisten in tijden van sociale media?

Sociale media: ultieme tool om dictators te verdrijven?

It’s time to break up social media”. Die straffe uitspraak was de headline van Chris Hughes’ opiniestuk in The New York Times*, met interesse geciteerd door eerste spreker Peter Vandermeersch (uitgever Independent News & Media, voormalig hoofdredacteur NRC en De Standaard). Verbazingwekkend is dat sentiment als je erbij stilstaat, want, zo beschrijft hij, “niet zo lang geleden waren we daar met z’n allen heel tevreden over. Internet en sociale media zouden ons allen toelaten om nieuws te verspreiden”. Het ideale middel voor een democratie en “de ultieme tool om dictators te verdrijven. Elk van ons zou de information age controleren”.

Hoe anders is dit in 2019.” Volgens het geciteerde Times-artikel is Facebook: (1) te groot, (2) anticompetitief, (3) verslavend en, als finale mokerslag, (4) gevaarlijk voor de democratie. “De New York Times had gelijk”, besluit Peter Vandermeersch. Via algoritmen en de resulterende nieuwsaanbevelingen houden sociale media ons in een kunstmatige wereld: “Omdat ze leren van ons gedrag zitten we in een news bubble”. Wat valt daaraan te doen? “In deze nieuwe wereld is er immense behoefte aan regulering. Maar het is een gevaarlijke discussie”, zegt Peter Vandermeersch, want “regulering kan gevolgen hebben voor de persvrijheid”.

Vervangt PR de journalistiek?

On est dans une société qui communique de plus en plus”. Resultaat: wil je meer te weten komen over iets in het nieuws, dan staat in Franstalig België Facebook alvast op plaats twee als populairste informatiebron (17,8%), na La Une (23,1%). CEO van RTBF Jean-Paul Philippot deelde die verrassende resultaten van hun bevraging. En dat is nog niet alles. Volgens Pew Research Center (Journalism) is het aantal journalisten op 10 jaar tijd met 17% gedaald, terwijl er 22% meer PR-specialisten zijn. Wat wil dat zeggen? Er wordt inderdaad meer gecommuniceerd, maar de informatiewaarde of -waarheid is daarmee niet altijd even groot. Trouwens een van de grootste stommiteiten is dat we vroeger ooit gesproken hebben over de ‘nieuwe media’.

Bij de RTBF zijn ze tegen die tendens ingegaan – “On a augmenté notre nombre de journalistes” – met het oog op een grote inhoudelijke kwaliteit. Maar “ça n’a pas suffi”, stelt Jean-Paul Philippot. De manier waarop we informatie consumeren is stevig veranderd, vandaar: “On a changé notre modèle en profondeur”. Dat model was vroeger een silomodel opgedeeld volgens technologie – radio, televisie en internet. Dat werkte hoe langer hoe minder, met twee redenen: “La technologie converge et l’habitude de consommation est fragmentée”. In de plaats kwam een ‘pizzamodel’ met “le processus en tête”. “Au cœur de notre département média se trouvent quatre publics qui correspondent aux quatre manières de consommer”. Wie diepere inhoud wil, krijgt diepere inhoud; wie jongere content wil, krijgt jongere content, enz.

“De echte vijand op dit moment is Silicon Valley”

Als slotstuk op de Belgian Communication Summit schoven enkele grote namen aan voor een paneldiscussie: Jean-Paul Philippot (RTBF), Olivier Standaert (UCLouvain), Patrick Lacroix (Belga News Agency), Isabel Albers (De Tijd – L’Echo), Wouter Verschelden (GMGroup, Newsweek België), Peter Vandermeersch (Independent News & Media) en Paul Daenen (News City DPG Media). Het werd bijwijlen spannend, met hete hangijzers als subsidies, een level playing field en haat-liefdeverhoudingen.

“Laat Facebook belastingen betalen”

120 miljoen euro elk jaar om papier (bpost) te ondersteunen”, een investering in achterhaalde technologieën noemt Wouter Verschelden het. Wouter stelt zich de vraag waarom er niet op vernieuwing wordt ingezet. Peter Vandermeersch zegt voorstander te zijn van een “level playing field” waarin iedereen evenveel kansen heeft, en ook Isabel Albers is akkoord: “Subsidies voor dode bomen, voor bpost; van mij mogen ze ze afschaffen.” Jean-Paul Philippot temperde de discussie: hij meent dat papier nog een grote plaats inneemt in de maatschappij.

Met de GAFA’s in het achterhoofd laat de roep om een level playing field een wrange smaak na. “Laat Facebook enz. belastingen betalen. De regels moeten gelden voor iedereen”, zegt Patrick Lacroix over die oneerlijke concurrentie. Wouter Verschelden: “Het monopolie van Facebook is inderdaad gevaarlijk omdat het 200% klopt. De echte vijand op dit moment is Silicon Valley.

Mediamerken: alleen voor de elitelaag

Informatie van iedereen van overal: sociale media in combinatie met de explosieve hoeveelheid zet druk op het vak van de journalist. Toch is er een positieve noot volgens Isabel Albers: “Het belang van mediamerken is hun betrouwbaarheid. Die mediamerken zeggen ‘Hier is er een betrouwbare filter op al die ruis.” Een “elitelaag” noemt Wouter Verschelden de lezers van die mediamerken, met name van de kranten: “De rest dreigen we te verliezen aan sociale media”.

Net op die sociale media is voorzichtigheid in consumptie cruciaal. Olivier Standaert: “L’éducation aux médias est fondamentale”. Hij meent dat we al van in de basisschool zouden moeten werken aan mediawijsheid om fake news te bestrijden. Patrick Lacroix beaamt: “We moeten die boodschap aan onze jongeren geven: ‘Kijk kritisch naar alles wat niet die stempel van journalistieke geloofwaardigheid draagt.” Toch nuanceert Peter Vandermeersch: “Ook onder erkende journalisten zijn er veel slechte”. Om goede, betrouwbare journalistiek in de hand te werken, moeten we volgens Olivier Standaert “garantir des bonnes conditions aux journalistes”, waarbij we “op de redacties zorgen dat het werk optimaal kan gebeuren”.

Haat-liefdeverhoudingen met PR

Dit alles – journalistiek onder druk en het groeiende aandeel PR-specialisten – maakt dat er bij nieuwsdiensten andere dynamieken ontstaan in verhouding tot het nieuws dat toestroomt. Hoe gaan zij dagelijks om met PR-specialisten? “We dansen een tango”, zegt Peter Vandermeersch. Die spanning is er, tussen journalisten en PR-specialisten, en het is een soort haat-liefdeverhouding, maar “we hebben elkaar nodig”.

De grens tussen journalistiek en adverteren zorgt ook binnen Belgische media voor scheve playing fields met ongeoorloofde ‘spelregels’. Wouter Verschelden meent dat er bij DPG Media een cultuur lijkt te heersen die zegt dat ‘adverteren bij ons’ gelijkstaat aan ‘sneller in onze media komen’, een suggestie die Paul Daenen van DPG Media niet onderschrijft. Wouter Verschelden: “Het omgekeerde zien we ook. Adverteerders die niet tevreden zijn en die zeggen ‘We gaan niet meer bij jullie adverteren”.

“It’s time to break up social media”

Minder journalisten, meer PR. Meer communicatie, meer ruis. Meer sponsored content, minder betrouwbaarheid. Het Belgische medialandschap kent een verschuiving en die gaat nog wel een tijdje door. Tegelijk worden er maatregelen genomen: modellen worden omgegooid, mediamerken winnen aan geloofwaardigheid en er worden tango’s gedanst. Daarbij het pad effenen voor een level playing field blijkt een voortdurende uitdaging, net als het doorprikken van de news bubble en de onwaarheden van fake news. Dat er veel werk te verzetten is, stond tijdens de Belgian Communication Summit buiten kijf, maar nog duidelijker werd dat sociale media opbreken daarbij van enorm belang is.

 

Meer info
*Het opiniestuk van Chris Hughes in de New York Times kan u hier nalezen.