Het CIM publiceert in België de officiële TV-kijkcijfers, gebaseerd op het kijkgedrag op TV schermen. Daarnaast volgt het sinds 2014 ook het kijken naar TV en video op nieuwe schermen (desktop, laptop, tablet, smartphone en multimediaconsole). Twee keer per jaar wordt daarvoor een online panel ondervraagd.
Onderstaand worden de resultaten van het voorjaar van 2015 en 2016 (de 3e en de 5e golf) van de Other Screen Monitor vergeleken.
Resultaten
De doorbraak van de smartphone leidt niet automatisch tot een doorbraak van online video. In het Zuiden blijft het aantal kijkers van online video stabiel, terwijl dit lichtjes daalt in het Noorden. In beide landsdelen verschuift het video-kijken naar de smartphone.
De verdeling van de totale kijktijd op klassieke TV en nieuwe schermen blijft in het Noorden stabiel ten opzichte van de 3e golf. In het Zuiden zien we een relatieve toename van uitgesteld kijken op nieuwe schermen. Het klassieke TV-kijken boet er echter helemaal niet aan belang in. Uit de CIM TV studie blijkt dat het klassieke TV-kijken in het Zuiden zelfs nog stijgt (208 minuten per dag in april 2016, t.o.v. 199 in april 2015) terwijl het in het Noorden aardig standhoudt (175 minuten per dag in april 2016, t.o.v. 177 in april 2015). Klassieke TV blijft daarmee verreweg de belangrijkste vorm van video-kijken.
Dit najaar wordt er nog een meting georganiseerd. Intussen werkt het CIM aan een toekomstvisie waarin een kwalitatieve, objectieve en marktconforme videometing georganiseerd wordt, die alle vormen van videoconsumptie van “broadcasters-content” en “advertising” verenigt, en dit op alle devices en in alle windows (live, review, preview) en in alle vormen (livestream, shortform, longform).
Opgelet! Dit document heeft enkel betrekking op de naar schatting 7,7 miljoen Belgen 12+ die toegang hebben tot het internet. Dit verschilt van de officiële TV-kijkcijfers die het klassieke TV-scherm voor de hele Belgische bevolking meten. De resultaten van deze monitor werden opgedeeld in twee universa: Noord en Zuid, die respectievelijk overeenkomen met Vlaanderen + Nederlandstalig Brussel en Wallonië + Franstalig Brussel.