Met zijn driemaandelijkse enquêtes maakt de Global Web Index het mogelijk om de evoluerende mediaconsumptie regelmatig op te volgen, vooral in digital. Uiteraard gaat het om een declaratief onderzoek op basis van lijsten die niet vrij zijn van fouten (‘RTL A l’infini’ lijkt bijvoorbeeld gedateerd). En de verklaring betreft de consumptie van de voorbije maand, of er nu tien minuten of meerdere uren gekeken is. De vergaarde data bieden de mogelijkheid om in eenduidige metrics de plaatselijke spelers, zoals Proximus of Telenet, terug te vinden, net zoals de internationale, zoals Netflix of Disney+.
Op basis van de data die tijdens het eerste semester van 2021 vergaard werden, kunnen we de Belgische impact van de wedstrijd tussen de online videogiganten identificeren. Die wedstrijd wordt op internationaal niveau beslecht, maar is niet erg zichtbaar in onze contreien.
Zo lijkt Netflix stand te houden, ook al gaat het lichtjes achteruit in Vlaanderen. De groei van Disney+ is vooral voelbaar in het zuidelijke landsgedeelte, maar lijkt Netflix (of de andere spelers) niet echt te hinderen. De gezamenlijke aanwezigheid van de internationale en lokale spelers maakt het mogelijk hun respectieve kracht in te schatten. Vlamingen en Franstaligen zeggen in de eerste plaats naar Netflix en YouTube te kijken (in die volgorde voor eerstgenoemden en andersom voor laatstgenoemden). Daarna volgt in het zuiden een lokale speler (Auvio) en meerdere in het noorden (VRT NU, dat ondertussen VRT MAX heet, VTM Go en Go Play).
Maar hoe hard de strijd op internationaal niveau ook mag zijn, volgens de GWI-data voor België lijkt de situatie bij ons eerder stabiel. De toekomst zal uitwijzen of het betalende videoaanbod te lijden zal hebben onder de keuzes die de Belgische consumenten waarschijnlijk zullen moeten maken onder druk van de aanhoudende inflatie.
Redactie: MM.