We onderzoeken verder enkele fragmenten uit de omvangrijke studie die de Conseil Supérieur de l’Audiovisuel (CSA) vorige maand publiceerde. Deze keer buigen we ons over de vraag of video content exclusief bekeken wordt of niet. Het hoofdstuk ‘simultane audiovisuele consumptie’ in de CSA-studie begint met een algemeen beeld: iets meer dan de helft van de 2.200 respondenten (+15 jarigen) geeft aan nooit een (multi)media-activiteit te beoefenen terwijl ze thuis televisie of VOD (al dan niet betalend) kijken. Anderzijds worden andere activiteiten het vaakst beoefend tijdens het televisiekijken, meer toch dan bij andere onderzochte kanalen (VOD).
CSA-onderzoekers verklaren deze lagere frequentie van media-multitasking door de actievere stappen die nodig zijn bij VOD-platforms, die meer specifieke aandacht zouden vereisen. Op de vraag ‘Terwijl u thuis televisie/gratis VOD/Betalend VOD kijkt, gebruikt u…’ volgt het vaakst het antwoord ‘uw smartphone’, voor alle andere toestellen (laptop of tablet). Maar die worden minder vaak gebruikt dan dat de respondenten zich bezighouden met andere activiteiten (zonder dat vermeld wordt welke, dus niet noodzakelijk mediaconsumptie). Als we kijken naar het gebruik van toestellen, is ‘surfen op sociale media’ de vaakst geciteerde optie, voor surfen op het internet en het spelen van games. De vierde vaakst voorkomende activiteit tijdens videoconsumptie is ‘werken’ (ongeveer een antwoord op vijf). Multitasking is echt een breed concept.