Aan de hand van de MDB/Nielsen data van juni 2015, kunnen we het eerste halfjaar analyseren en afsluiten. Het was zeker geen positieve semester: in werkelijke waarde zijn de mediaplannen van de adverteerders in ons land gedaald met meer dan 3% in vergelijking met het eerste semester van 2014. De media-investeringen evolueren dus met een zekere decalage ten aanzien van de economische cyclus. Of is het de Nielsen barometer zelf die aan de basis ligt van deze verschuiving?
In een notendop:
De totale Belgische mediamarkt zoals opgemeten door MDB/Nielsen daalt met 2% (lopende waarden) of 3% (schatting van constante waarden).
De markt wordt nog enigszins gered door de inkomsten van de televisie en de digitale media. De radio kent voor het eerst sinds lange tijd een daling van het totale reclamevolume. De kranten, vooral de papieren edities, kennen een vreselijk eerste halfjaar.
De cijfers over het internet blijven onvolledig, te meer omdat dit jaar een van de cijferleveranciers bij de internetregies van de tabellen verdwenen is. In constante waarde draagt dit medium nochtans bij tot een lichte groei van de markt in de MDB metingen, die dus lang niet volledig zijn.
Diensten, instellingen en telecom-operatoren dragen bij tot de daling van de media-investeringen. De consumptiegoederen, die de traditionele steunpilaren zijn van de Belgische media-investeringen, vertonen zeer verscheiden evoluties.
Deze daling van de media-investeringen is enigszins verrassend: de economische conjunctuur herstelt zich waardoor we ons verwachtten aan andere cijfers. We concluderen er enerzijds uit dat de crisis nog niet voorbij is en anderzijds dat het terrein van de MDB metingen duidelijk te beperkt is.