Space Essentials – Vijf lessen uit de CIM persbereiksstudie 2013-2014/2

FacebookTwitterLinkedIn

Space identificeert in de nieuwe data vijf tendensen:

 

• Het aandeel van de digitale verspreidingsvormen groeit gestaag, zelfs al is er op dat punt een belangrijk verschil tussen kranten (meer dan 5% volgens de CIM echtverklaring) en tijdschriften (0,1%: betreft weinig titels).

 

• De papieren versies dalen (vooral) in verspreiding en (vaak in wat mindere mate) in lezers, ook al dient er nogmaals op gewezen te worden dat papier veruit het belangrijkste persconsumptieplatform blijft.

 

• Dat neemt niet weg dat het in rekening brengen van het volledige digitale leesbereik het gemiddelde nettobereik van perstitels doet toenemen: van 22% voor kranten tot 4% voor de gratis ‘push`-pers over 12% voor magazines.

 

• Gewoonlijk zijn het jongere mensen – typisch dertigers – die digitale versies lezen, terwijl het – grootschaligere – papieren leesbereik heel nauw aanleunt bij de gemiddelde leeftijd van de Belgen.

 

• De studie van de significante verschillen tussen het leesbereik dat vandaag gepubliceerd wordt en de situatie een jaar geleden legt meer verlies dan winst bloot: titels met een groot bereik tekenen een bereikverlies met dubbele cijfers op. En vaak compenseert digital niet alles.