Seen from Space: De verkoop van Voo kan concurrentie stimuleren

FacebookTwitterLinkedIn

Vorige week werd aangekondigd dat de verkoop van een deel van de Voo-aandelen zijn eindfase was ingegaan. Orange geniet de voorkeur boven Telenet, maar over de details wordt nog onderhandeld. Volgens waarnemers zou de nieuwkomer 75% min een aandeel van Voo moeten verwerven. Voorts is er het tijdschema voor de oprichting van de nieuwe entiteit. Om een idee te krijgen van de strekte van deze structuur, kunnen we een blik werpen op de penetratiecijfers zoals de BIPT die inschat, op basis van een enquête bij 1.500 personen.

Als Voo voor Telenet had gekozen, zou er een soort duopolie op nationaal niveau zijn ontstaan. De situatie zou niet veranderd zijn in Vlaanderen, waar de Proximus-groep (Proximus+Scarlet+Mobile Vikings, overgenomen eind 2020) een penetratiegraad van 51% heeft tegenover 65% voor Telenet. Anderzijds zou de acquisitie van Voo Telenet aanzienlijk gestimuleerd hebben in Brussel (43% tegen bijna 80% voor Proximus), evenals in Wallonië (Telenet zou op 40% afklokken, nog steeds ver na Proximus).

Het scenario met Orange geeft de operator een zeker gewicht in Wallonië – 57% – en de status van co-challenger in het Brussels Gewest, nek aan nek met Telenet. Kortom, de gekozen optie lijkt iets meer concurrentie te garanderen op de markt dan het andere alternatief. Toch blijft ze vrij geconcentreerd: afgezien van de ‘big three’ die overblijven – Proximus, Telenet en Orange – is de gecombineerde penetratie van de andere spelers (met inbegrip van de virtuele operatoren of “MVNO’s”) inderdaad slechts goed voor een magere 5%.

De gegevens waarop Media Maketing zich baseert, zijn weliswaar het resultaat van een in maart 2021 gehouden verklarende enquête. De ramingen kunnen dus gepaard gaan met een foutenmarge die eigen is aan dit soort studie, mogelijke verwarring in de verklaringen van de respondenten en natuurlijk wijzigingen in de sindsdien gesloten contracten. Kortom, de inschatting van de telco-markt in 2022 en daarna op basis van de gegevens van het BIPT moet als indicatief worden beschouwd, maar blijft wel de minst slechte oplossing om deze nieuwe deal te beoordelen.

Redactie: MM.