Seen from Space: Video steeds meer à la carte, maar de bronnen zijn versnipperd

FacebookTwitterLinkedIn

De bronnen waarover het hier gaat, zijn verdeeld in silo’s en ze zijn onvolledig. Onze twee grafieken zijn inderdaad afkomstig van verschillende bronnen die soms onvolledig zijn, maar ze gaan wel over parallel gedrag.

Enerzijds hebben we de dagelijkse bereikcijfers van de videoplayers in de CIM Internetstudie geconsolideerd. Dat geeft ons de evolutie van de consumptie via digitale devices zoals computers, tablets en smartphones sinds het tweede semester 2018. We kunnen deze consumptie niet per titel analyseren, maar enkel voor diegene die aan de online CIM-studie deelnemen. De rest van de videoconsumptie (YouTube & co) via dezelfde devices blijft onder de radar. Anderzijds hebben we een gegevensstroom betreffende de samenvoeging ‘smart tv + DVB’ (dus het gebruik van de digitale decoder voor andere dingen dan om naar televisiezenders te kijken en zonder uitgesteld kijken) volgens de CIM TV-studie, op dezelfde doelgroepen en met dezelfde periodiciteit. Hier zijn geen details beschikbaar over wat effectief bekeken wordt, maar we weten dat de gegevens niet alleen de VOD van de lokale uitgevers betreft, maar ook de andere ‘providers’.

Er bestaat geen twijfel over dat Netflix, Disney+ en hun kompanen sterk aanwezig zijn in dit geregistreerde gedrag. Maar het is onmogelijk te weten in welke proportie precies. Sinds half 2018 wijzen de gegevens die verzameld worden bij helaas heterogene bronnen toch op een groeiende trend, ook al zijn er soms aanzienlijke verschillen tussen de weken (naar boven, zoals de algemene stijging tijdens de eerste week van de lockdown in maart 2020) en soms naar beneden. De cijfers laten ook een structureel verschil zien tussen het zuiden, dat de voorkeur lijkt te geven aan pay-per-view video via het tv-scherm, en het noorden, dat duidelijk voorloopt op streaming via ‘andere schermen’.

In elk geval kunnen we alleen maar dromen van een verenigde bron. Het is immers vrijwel zeker dat het, afhankelijk van de omstandigheden, dezelfde individuen zijn die we voor het ene of het andere scherm aantreffen. Deze verenigde bron zou onze lokale “omroepen” in staat stellen om aan te tonen dat een – misschien wel aanzienlijk – deel van hun publiek zich op hun eigen streamingplatforms (StreamZ, Auvio en anderen) bevindt, met meer details over de gebruikte schermen. Op dit moment kunnen we echter alleen de curves naast elkaar leggen en proberen te raden hoe groot de duplicatie zou kunnen zijn.

Redactie: MM.