Sofie Albrecht wordt Head of Publishing bij oona

FacebookTwitterLinkedIn

Het communicatiebureau oona investeert in channel expertise en heeft Sofie Albrecht aangeworven als Head of Publishing. Zij was jaren aan de slag als lifestyleredactrice bij Knack Weekend, waar ze vervolgens ook als redactiecoördinatrice haar expertise heeft weten uitdiepen. Daarnaast schreef ze als freelance journaliste voor Feeling, De Morgen Magazine, Libelle en Sjiek en werkte ze als uitgever bij Manteau. Eind 2015 publiceerde ze het boek Parfumwijzer, een gids die je wegwijs maakt in parfums.

Sofie Albrecht kijkt alvast uit naar haar nieuwe uitdaging: “oona is een communicatie-agentschap met een visie. Ik wist uit ervaring dat oona als Benelux speler de evoluties binnen de mediawereld steeds op de voet heeft gevolgd, zowel op vlak van earned, shared als owned media. En dit altijd met een wakend oog voor authenticiteit, expertise en credibiliteit. Kort samengevat: met een scherpe focus op mediakennis en inhoud, net die twee zaken heb ik altijd hoog in het vaandel gedragen en zijn nu de kern van mijn job.”

De afgelopen jaren is er in de mediasector sprake van een ongekende shift. De verandering in gebruik van traditionele media en de explosieve toename van online en sociale media vragen om een andere vorm van marketing en communicatie voeren. Mediagebruikers bepalen nu grotendeels zelf de boodschappen die op hun afkomen en waardevolle, en relevante content is daarbij cruciaal. Vanuit z’n DNA en de insteek ‘everybody loves a good story’ is het net die content waarin oona altijd in geïnvesteerd heeft.

“Het is in deze context van fundamenteel belang om ons team te versterken met iemand die het Benelux medialandschap van buiten, maar vooral ook van binnen kent,” zegt Werner De Smet , CEO bij oona. “Met Sofie aan boord kunnen we rekenen op iemand die mee waakt over de kwaliteit en authenticiteit van de content die we creëren. Sofie kan bogen op een sterk netwerk binnen die specifieke kanalen en weet hoe we met content nog beter aan de slag kunnen gaan in dit nieuwe paradigma.”