Seen from Space: Streaminggeneratie blijft jong

FacebookLinkedIn

Het CIM publiceerde zopas de derde editie van zijn Audio Time-studie. We zijn ondertussen gewend geraakt aan dit uitvoerige onderzoek over de audioconsumptie van de Belgen.

Voor audiostreaming maakt de studie via bepaalde analysemethodes een onderscheid tussen betalend en gratis. De laatste gepubliceerde cijfers werden hoofdzakelijk in de periode oktober-november vorig jaar verzameld.

Op basis van deze informatie geven onze grafieken de verschillende consumptiemodi weer voor radio en audiostreaming dat hier als geheel wordt geanalyseerd. De analyse maakt het mogelijk om het exclusieve aandeel van elk van de twee kanalen en de mate van gedeeld bereik te identificeren.

Daaruit blijkt dat de groep mensen die exclusief via streaming luistert niet echt talrijk is, meer bepaald 14% van de totale bevolking tussen 12 en 74 jaar op een gemiddelde dag, en met een daling tot 7% na een maand. De exclusieve consumptie van audiostreaming is iets hoger bij de Franstaligen.

Na een maand zal bijna een op de twee mensen uitsluitend naar live radio hebben geluisterd en zal ongeveer 1/3 radio en streaming hebben gecombineerd, dit keer zonder veel verschil wat betreft de Nederlandstaligen en de Franstaligen.

Is dit nieuw? Niet echt. Uit dezelfde data die in de twee vorige edities van Audio Time werden geanalyseerd, stelden de onderzoekers redelijk vergelijkbare resultaten vast. Ze bevestigen dat radio een medium is dat de tand des tijds doorstaat.

Toch kan er verandering op komst zijn. We stellen namelijk een zeer significante generatiekloof vast. Zoals uit de sociodemografische profielanalyse blijkt, is de wekelijkse exclusieve consumptie van audiostreaming buitengewoon wijdverspreid – meer dan tweeënhalf keer hoger bij de leeftijdsgroep tot 25 jaar ten opzichte van de totale bevolking. Vervolgens daalt de consumptie wel in de volgende leeftijdsgroep, maar ze blijft wel selectief.

Diegenen die exclusief via streaming luisteren, komen ook vaker uit de zogenaamde betere sociale klassen (sociale klassen 1 en 2) en het zijn personen die vaker in families met kinderen leven. Zullen de jonge streamingfanaten deze gewoonte voortzetten wanneer ze de volgende levensfase aanvatten? Voorlopig blijkt dat niet (of nog niet) uit de cijfers in de studie.

Radioconsumptie, exclusief of deels in streaming, houdt nog redelijk stand zodra de kaap van 25 jaar is bereikt. Het lijkt momenteel vooral in trek bij een generatie in het bijzonder.

Op het vlak van reclame biedt audiostreaming slechts gedeeltelijk een oplossing, aangezien meer dan de helft van alle consumenten die via audiostreaming luistert een betalend contract heeft. Met andere woorden, meestal zonder reclame. En bij Spotify heeft zelfs meer dan 60% een premium abonnement. We kunnen dus niet spreken van een volledige vervanging. Het ene audiokanaal is het andere niet.

https://www.space.be/img/upload/448b4b79bad4ba205120b06a31515089.jpeg

Redactie: MM.