Zomaar even 154 pagina’s telt het document dat de kracht en stabiliteit van televisie als reclamemedium wil aantonen. In zes hoofdstukken (kracht, veerkracht ten opzichte van technologische ontwikkeling, aantrekkingskracht, impact en zakelijke efficiëntie) wil de Global TV Group het belang van het grote scherm voor adverteerders aantonen.
Voor Europa in brede zin synthetiseert onze grafiek de cumulatieve gegevens van de doelgroep (per dag, per week, per maand) en de resultaten van de kijktijd als ze gerapporteerd werden. Al deze gegevens hebben betrekking op het jaar 2019. Ze zijn vergelijkbaar aangezien ze allemaal gebaseerd zijn op een passieve meting van de televisieconsumptie. Maar net zoals bij een verzekeringscontract mogen we de kleine lettertjes niet over het hoofd zien. Wanneer ze worden gerapporteerd – dit is niet altijd het geval – geven deze gegevens ons een aantal mogelijke verschillen aan: meegerekende leeftijdsgroepen, consolidatie van uitgesteld kijken en kijkdrempel voor de bereikaccumulatie zijn drie nuttige parameters.
Over het algemeen begint de meting van het tv-publiek vanaf vier jaar, maar dat kan oplopen tot 14 jaar, tenminste als de indicatie bestaat … Sommigen consolideren het kijken over 3 dagen, anderen 7, en anderen zeggen hier niets over. Voor de kijkdrempels zijn er twee scholen: minimaal één minuut of minimaal drie. Met ook hier ontbrekende aanduidingen. En bepaalde bijzonderheden, zoals Zwitserland dat alleen verwijst naar “commerciële televisie”, of Spanje dat de zender ‘VOD’ verwerkt in de kijktijd.
Voor zover vergelijking mogelijk is, behaalt Vlaanderen het podium inzake penetratie, ongeacht de tijdsperiode. Het zuiden van België scoort minder hoog wat betreft het dagelijks bereik, maar staat op de zesde plaats, op de vijfde plaats van negentien als je kijkt naar het wekelijks of maandelijks bereik. Aan de andere kant weten we dat er langer tv gekeken wordt in Franstalig België. Op dat punt staat het land hoog gerangschikt, na Polen en Slovenië, maar voor Italië. Vlaanderen staat zevende (op zestien) wat de kijkduur betreft. Ons land behoort dus nergens tot de records. Maar aan hoge cijfers geen gebrek: twee derde van de geanalyseerde bevolkingsgroepen kijkt televisie op een gemiddelde dag en na een maand ligt het percentage van bereikte individuen bijna nooit onder de 90% (en meestal boven 95%). Kijkers besteden gemiddeld meer dan 3u45 per dag aan hun televisietoestel. Van hoge cijfers gesproken.